Gelukkige verjaardag, Peugeot 205!

Geplaatst door Perry Snijders

Iedereen herinnert zich de slogan ‘een sterk nummer’. Maar voor de Peugeot 205 lag de reclame dicht bij de werkelijkheid: de 205 redde niet alleen Peugeot, maar groeide ook uit tot een icoon van het merk en dé compacte auto van zijn tijd. 

Als je een Peugeot 205 tegenkomt, kun je je bijna niet voorstellen dat het model al veertig jaar oud is. Misschien komt het omdat Peugeot het in 1983 geïntroduceerde model tot 1997 in behoorlijke aantallen wist te verkopen — in Nederland had de 205 zelfs in zijn laatste jaar nog een marktaandeel van 1,46 procent. Wij vermoeden echter dat het meer dan geslaagde design er ook iets mee te maken heeft; de 205 maakte een Polo en Fiesta in één klap ouderwets. Toch was het succes er niet vanaf het begin. Zo gaf de jury van de Auto van het Jaar de voorkeur aan de Fiat Uno, die daarmee overigens niet alleen de 205 maar ook de tweede generatie van de Volkswagen Golf achter zich liet. 

Dat de 205 er überhaupt kwam, was te danken aan Jean Boillot, lid van de raad van bestuur van Peugeot in de jaren zeventig. Hij was de motor achter het idee van een compacte, multifunctionele stadsauto. Peugeot had weliswaar de 104, maar die kon weinig potten breken en was al in 1972 geïntroduceerd. Dat gold overigens ook voor andere Peugeots als de 305 en 505: ze werden behoorlijk verkocht, maar ze spraken niet de massa’s aan zoals sommige concurrenten dat deden. Peugeot hoefde niet eens ver te kijken om te zien dat het ook anders kon: de Renault 5 was de bestverkochte auto van Frankrijk. 

Succesnummer gewenst

Peugeot kon een verkoopsucces goed gebruiken, want het had in 1974 het zieltogende Citroën overgenomen, dat bijna ten onder was gegaan aan de ontwikkeling van de CX. Jean Boillot dacht dat een auto in de klasse van de Renault 5 het zo vurig gewenste succes zou brengen. De briefing was duidelijk: de kosten moesten beperkt blijven, hij moest meer ruimte bieden dan concurrenten en het uiterlijk moest modern en aansprekend zijn. 

Om de kosten voor Projet M24 in de hand te houden, werd gebruikgemaakt van het (aangepaste) platform van de 104, in combinatie met een achterwielophanging die debuteerde op de 305 Break. Vanaf het begin wilde Peugeot een auto bouwen die groter was dan concurrenten als de Fiat 127 en Renault 5. Uit onderzoek was namelijk gebleken dat klanten weliswaar een compacte auto wilden, maar dat hij best íets groter mocht zijn als daar meer binnenruimte en kofferruimte tegenover stond. 

Voor het moderne uiterlijk nam Peugeot een radicale beslissing: hoewel het merk jarenlang had vertrouwd op ontwerpen van Pininfarina, kreeg de 205 een eigen ontwerp. Niet omdat de Italianen geen kans kregen; hun design werd verworpen omdat het te conservatief was. Het merk gaf de voorkeur aan een eigen design, dat onder leiding van Gérard Welter tot stand was gekomen. Dat ontwerp was gestroomlijnder en eleganter; bij Franse auto’s lag het reservewiel vaak in de motorruimte, maar het team van Welter had het verplaatst naar achter, waar het onder de auto hing. 

Noviteit

Voor het interieur was een team verantwoordelijk onder leiding van de legendarische designer Paul Bracq. Hij was daarvoor betrokken geweest bij het ontwerp van de TGV, de Mercedes-Benz SL Pagode, de eerste generatie van de BMW 3 Serie en de BMW Turbo, de voorloper van de M1. Peugeot had hem eigenlijk in dienst willen nemen als designchef, maar daarin was het merk al voorzien. Daarom was Bracq de baas van het interieurdesign, wat hij bleef van zijn komst in 1974 tot zijn pensionering in 1996. Noemenswaardig was dat het dashboard kon worden aangepast aan het uitrustingsniveau — een noviteit. 

Dat dashboard had wel een aantal details die snel verouderden, zoals de schuifknoppen waarmee de ventilatie werd bediend. Dat leidde ertoe dat de 205 in 1987 een compleet vernieuwd dashboard kreeg, bij een facelift die van buiten die naam eigenlijk niet eens verdiende. 

Dat de 205 uitgroeide tot een icoon van het merk én een icoon van de autoindustrie lag niet alleen het geslaagde ontwerp, de goede wegligging of de concurrerende prijzen. Het kwam óók omdat er aansprekende topmodellen waren en omdat de 205 indrukwekkende prestaties leverde in de autosport. Het basismodel leverde een bescheiden 45 pk, maar het topmodel — de legendarische 205 Turbo 16 — schopte het tot maar liefst 200 pk. Bereikbaarder waren de Rallye en de GTI, maar als dat je budget te boven ging kon je kiezen voor voordeligere versies waarmee je toch goed voor de dag kwam, zoals de Lacoste, de Gentry of de Junior. In Nederland was de populairste versie echter de Accent, eigenlijk een kale luis, al gaf Peugeot zelf in de brochure hoog op over de uitrusting: “De Peugeot 205 is standaard al bijzonder compleet uitgerust met onder meer ruitenwissers met twee snelheden, achterruitverwarming, mistachterlicht, neerklapbare achterbank, binnenspiegel met dag- en nachtstand en een voorruit van gelaagd glas. De 205 Accent voegt daar nog sportieve extra’s aan toe. Zoals: dakspoiler, zwarte antenne, brede stootstrips op de flanken met rode inlegbies die doorloopt in de bumpers, speciale typeaanduiding op de achterstijlen en achterzijde van de auto, aerodynamische full cover-wielplaten en in hoogte verstelbare hoofdsteunen.” 

Het oorspronkelijke interieur van de 205

Rallysucces

In de autosport schreef de 205 geschiedenis met zijn successen. In het eerste seizoen wist de Fin Ari Vatanen er al drie rally’s mee te winnen. In 1985 en 1986 won Peugeot de constructeurstitel in de Groep B-klasse van het wereldrallykampioenschap. Timo Salonen won er in 1985 de rijderstitel mee, in 1986 was die weggelegd voor Juha Kankkunen. Toen in 1986 een einde kwam aan de Groep B-rallycategorie, werd de aandacht verlegd naar Parijs-Dakar. In 1987 en 1988 won Peugeot die met de 205. In de jaren die volgden kreeg de auto een andere carrosserie, om achtereenvolgens als Peugeot 405 en Citroën ZX door het leven te kunnen, maar feitelijk was het dezelfde auto die nog zes overwinningen op zijn naam schreef. 

Het succes ging verder dan de 205 alleen. Met de designtaal van de 205 en het herwonnen zelfvertrouwen van Peugeot deelden ook latere modellen als de 406, 106 en 306 in het succes. Al moeten we er gelijk bij zeggen dat Peugeot zich tegelijkertijd ook geen raad wist met het succes van de 205: in eerste instantie kreeg het model in de vorm van de 106 en 306 twéé opvolgers, die geen van beiden een directe opvolger waren. Zo gek was het ook weer niet dat Peugeot overdonderd was door het succes, want met 5.278.050 geproduceerde exemplaren was het de succesvolste Peugeot aller tijden. Tot het merk het in 1998 aandurfde om alsnog een echte opvolger op de markt te brengen; de 206 is namelijk de enige Peugeot die nóg succesvoller was dan de 205. 

Een schets van Gérard Welter voor de Peugeot 205
Een van de prototypes voor ‘Projet M24’
De Peugeot 205 Junior
Een vroege 205
De legende: de Peugeot 205 Turbo 16

Mogelijk interessante artikelen: