Legendarische designer Robert Opron overleden

Geplaatst door Perry Snijders


Robert Opron, de legendarische ontwerper van de Citroën SM, is op 89-jarige leeftijd overleden. Maar hoewel Opron bij het grote publiek niet zo bekend is, was hij veel meer dan de man achter ‘de auto van Johan Cruijff’.

Hoewel Robert Opron in de loop van zijn carrière voor meerdere automerken werkte, werd zijn werk voor Citroën het bekendst. Als je je niet in zijn werk verdiepte, zou je kunnen denken dat hij cynisch was, want toen hem eens werd gevraagd wat zijn ideale auto was, antwoordde hij dat die niet bestaat. “Ik ben niet geïnteresseerd in de zoektocht naar de ideale auto, want ik denk dat het ideale niet bestaat op aarde.” Toch wilde hij niet zeggen dat het helemaal onmogelijk was: “Ik denk dat we er steeds dichterbij komen.”
In het geval van Opron begon die zoektocht bij Simca, waar hij terechtkwam nadat hij eerst bij Arthur Martin had gewerkt aan meubels en badkameraccessoires. Een carrière als ontwerper lag voor de hand, want hij studeerde aan de École des Beaux-Arts in Parijs. Dat was niet erg voor de hand liggend; Opron werd weliswaar geboren in het Noord-Franse Amiens, maar bracht een groot deel van zijn jonge jaren door in Afrika. Hij woonde onder meer in Mali, Algerije en Ivoorkust voor hij terugkeerde naar Frankrijk voor zijn studie. Tijdens die studie concentreerde hij zich op architectuur, hoewel schilderen en beeldhouwen ook zijn belangstelling hadden. Het duurde tot 1959 voor hij zijn daverende entree in de autowereld maakte; met de Simca Fulgur, een studiemodel dat een vooruitblik was op de auto in het jaar 2000. Daarna maakte hij de schetsen voor de auto die uiteindelijk de 1100 zou worden, een auto die bijna twee decennia in productie bleef.

Waardeloos

Na zijn periode bij Simca kwam hij bij Citroën terecht, waar hij samenwerkte met Flaminio Bertoni, de man die de DS ontwierp. Naar verluidt smeet Bertoni de schetsen die Opron bij Simca had gemaakt op de grond en riep dat ze waardeloos waren. De respons van Opron was onverwacht geestig en dat zorgde er kennelijk voor dat de mening van Bertoni radicaal veranderde; Opron werd zijn protegé. Na de dood van Bertoni in 1964 nam Opron het stokje over als designchef bij het merk. Hij was verantwoordelijk voor de laatste facelift van de DS, maar ook voor de SM, de CX en de GS. Je overdrijft niet als je zegt dat Opron met zijn vooruitstrevende ontwerpen verantwoordelijk is voor het beeld dat veel mensen tot de dag van vandaag van Citroën hebben. Toen Citroën door Peugeot werd overgenomen, zag Opron het niet zitten. Hij bleef niet mokkend achter, maar vertrok naar Renault.
Daar werd hij de man achter auto’s als de Fuego, 9, 11 en 25, plus de Alpine A310. Na verloop van tijd vertrok hij naar Fiat, waar hij de eerste schetsen voor de Alfa Romeo SZ maakte, maar ook verantwoordelijk was voor de eerste generatie Bravo (die waarvan je altijd nog eens een HGT met vijfcilinder wilde).

Creëren

Fiat was de laatste fabrikant waar Opron in dienst was, maar het was niet zijn laatste klus; van 1991 tot 2000 had hij zijn eigen design-consultancybureau in Parijs. Met zoveel meesterlijke ontwerpen achter zijn naam zou je misschien denken dat Opron zelf een goedgevulde garage had, maar toch vond je bij hem geen SZ of Bravo in de garage. Lange tijd stonden er wel een SM en een CX, maar ook daarvan nam hij afscheid — zelfs van de CX, die hij zelf als zijn beste ontwerp beschouwde. Opron reed de laatste jaren in een Suzuki Wagon R+ op leeftijd, zoals je onder meer ziet in de documentaire die eens bij de VPRO over hem te zien was. In een interview met Andrew Mason (Autovisie) zei hij daar eens over: “Een intelligente auto, zoals de 2CV dat was. En mijn hond past erin. Wat heb je tegenwoordig nou nog aan twee-, drie- of vierhonderd pk? Je mag toch bijna nergens meer harder dan 120 of 130 kilometer per uur. In een 2CV kun je ook 100 rijden en dan heb je tenminste nog het idee dat je hard gaat.” Dat laat al zien dat Opron geen dertien-in-een-dozijn-petrolhead was. “Ik beleef het meeste plezier aan het creëren, niet aan het bezit en het gebruik.”

Nadenken

In de jaren na zijn pensioen leek Opron soms wat cynisch over de moderne autoindustrie, zoals het citaat aan het begin van dit verhaal ook al liet zien. In het interview met Autovisie zei hij ook dingen als: “De drang naar innovatie, aerodynamica en schoonheid, kortom, de drang om vorm te geven, zie ik niet meer terug in de autoindustrie.” Zelf benaderde hij een nieuw ontwerp bijna op een filosofische manier, want een schets was voor hem bijna van ondergeschikt belang; een nieuw ontwerp begon niet met een schets, maar de schets was het eindresultaat van een heel proces, want het begon met woorden. “Eerst de woorden. Die zijn het belangrijkst, de tekening komt op het tweede plan. Altijd. Het nadenken staat voorop, het gaat om wat er in je hoofd zit. Je begint met een blanco pagina, dus ik vind dat je eerst goed na moet denken.” Hoe je daar ook over denkt, het laat in ieder geval zien dat Robert Opron (die op 29 maart overleed aan de gevolgen van het coronavirus) een uitzonderlijke man was — en een die zeker gemist zal worden.

Terugkijken

VPRO Dokwerk over Robert Opron – een film van Maarten van Soest die samen met Robert Opron op zoek gaat naar de ideale auto

Verder lezen

In Youngtimer Magazine 67 vind je een reportage over de Alfa Romeo SZ. Net na de deadline overleed Robert Opron.

Mogelijk interessante artikelen: